dinsdag 28 juni 2016

M'n nieuwe fiets



Weer een tijdje niets gepubliceerd, maar nu heb ik toch weer een nieuwtje.
Al een lange tijd had ik er over nagedacht te proberen met de fiets naar het werk te gaan. Deb vond het ook een goed idee. Het is ongeveer zesenhalve kilometer van hier, dus qua afstand zou het goed te doen zijn. Als het fietsen mij goed zou bevallen wilde Deb er ook een aanschaffen. Om ze gemakkelijk te kunnen vervoeren in de auto besloten we te kijken naar een vouwfiets. We wisten dat er in Wisconsin Rapids een fietsenwinkel was die bijzonder goed gesorteerd was, en we maakten afgelopen weekend een tripje daarnaartoe. Ze hadden zelfs eenwielers!
 Ik vond een bijzonder aardige, schitterend blauwe vouwfiets, die ik uitprobeerde op het parkeerterrein bij de winkel; bijzonder fijne fiets! En we kochten hem. Op de weg terug kwamen we door Marshfield, waar we stopten bij Weber’s Farm Store (spreken ze hier uit als “webbers”).
 Het is een winkel waar ze allerlei lekkere kaas verkopen, maar we kwamen voor het heerlijke ijs dat je daar kan krijgen. Het was meer dan 30 graden, dus daar waren we echt wel aan toe.
Gisteren moest ik naar de tandarts in Neillsville, 80 km van Eau Claire, dus niet echt een geschikte dag om met de fiets te gaan. Maar vandaag was dan de eerste keer. Om naar mijn werk te gaan heb je ruwweg twee mogelijkheden. De eerste is over te steken over een fietsbrug over de Eau Claire rivier. Waar wij wonen is ongeveer 1.000 voet (zo’n 300 m) en dat is min of meer dezelfde hoogte als het werk. De fietsbrug is op rond 800 voet (245 m). Dat meeste hoogteverschil van 55 m zit in een korte afstand vlak bij de rivier. Als je naar beneden gaat riskant, want door  de helling ga je al gauw veel te snel. Aan de andere kant moet je dan een stuk lopen omdat het te steil is. Wel, dat heb ik dus vandaag gedaan.
Morgen ga ik de andere route proberen:
Langs de snelweg loopt een fietspad, en die weg gaat niet door het rivierdal, maar eroverheen, zodat dat geen probleem zal zijn.
Van Mark mag ik mijn vehikel parkeren in het halletje achter mijn werkplek, dat is fijn.

woensdag 15 juni 2016

Leo Kottke

Gisterochtend gingen in het State Theatre de kaartjes in de verkoop voor het algemeen publiek (leden een week eerder), maar doordat Wietje en David op bezoek waren kwam ik er niet aan toe.
Een paar jaar geleden hadden Deb en ik hier Leo Kottke gezien, een echt fantastische gitaar-show, en Deb zag een paar weken geleden dat hij dit jaar weer komt.
 Gelukkig had ik het ingepland op mijn smartphone zodat ik een berichtje kreeg dat me er aan herinnerde. En het lukte me een plek te reserveren helemaal voorin voor ons beiden, wat Deb graag wilde. Het is weliswaar pas in oktober, maar als je wacht zijn de goede plaatsen verkocht.

Familiebezoek, deel twee

Maandag 13 juni gingen we eerst naar Humbird. De beverdam was er nog steeds, en was groter geworden. Na een beetje te hebben rondgekeken in en om ons huis, reden we naar Osseo, waar we de lunch gebruikten in de Norske Nook.
 Het is een restaurant waar ze ook gebak verkopen. Binnen hangt een spreuk "Pie Fixes Everything".
 Voor mijn lunch had ik gebakken eieren, worstjes, French toast, en een bakje koffie.
 De dag daarop zouden Wietje en David in de avond vertrekken vanuit de Twin Cities, we combineerden dat met een bezoek aan Como Park in Saint Paul, waar we rond het middaguur aankwamen.
 Een roze waterlelie.
 Paarse lelies.
 Een fontein in een van de vele grote kassen.
 Mijn zus Wietje, en haar zoon, mijn neef David.
 En een zebra.
Na de dierentuin namen we afscheid van elkaar, en reden we naar huis. Voor de eerste keer deze dag reed ik op zowel de heenreis als de terugreis het hele stuk naar en van de Twin Cities, op de terugweg zelfs in de spits (met aanwijzingen van Deb, dat wel). Op de terugweg passeerde de mijlenteller de 111,111. Een speciaal getal, Deb slaagde er in er een foto van te maken, maar die heeft ze nog niet gedownload.
Al met al was het familiebezoek bijzonder gezellig en zeker voor herhaling vatbaar.

maandag 13 juni 2016

Tripjes met David en Wietje


Wietje en David zijn hier nu een paar dagen. We hebben al enorm veel gedaan; zo veel dat ik hier alleen de hoogtepunten een beetje zal geven. Op zaterdag (ze kwamen vrijdagavond aan) reden we richting Mississippi. Na wat gegeten te hebben bij Nelson's Cheese staken we de rivier over, waar we in Wabasha het Eagle Center bezochten. De vogels daar zijn gehandicapt en niet meer in staat in de vrije natuur te leven.
 De adelaarsnesten kunnen enorm groot worden. Dit krantenartikel laat een foto zien van een zwarte beer die een comfortabele winterslaapplek heeft gevonden in een nest.
 En hier zie je een arend die zit te genieten van een stuk rauwe meerval. Het was een bijzonder interessant bezoek, en op een dag met maxima van 35 graden was het lekker koel binnen.
 Daarna bezochten we de Trempeleau Wildlife Refuge, aan de Wisconsin kant van de rivier wat meer naar het zuiden. Door het tegenlicht heeft deze foto wat grappige effecten gekregen. En daarna reden we weer terug naar Eau Claire.


De volgende dag gingen we naar het David Obey Ice Age Center. Hier hingen veel kolibrie-voederplaatsen die ook druk werden bezocht door die agressieve kleine baasjes. Met m'n zoomlens lukte het me om wat aardige plaatjes te schieten.

 We hadden lunch in het Holcombe Lake Cafe in, inderdaad, Holcombe. Wietje had toast, David een hamburger, en Deb en ik beide een omelet.
 Een deel van het menu;
 Wietje; 
 en David.
We reden daarna naar Cornell, waar we in een park wandelden waar David verscheidene reptielen vond. Ook was er een dode boom met schitterende paddestoelen.
 Dit is dus de ingang;
 dit is een van de vele paddestoelen op de dode boom;
 en hier zie je dan een pad.  Omdat hij doodstil bleef zitten was het een uitstekend foto-onderwerp.
We reden daarna nog een stuk langs de Chippewa River, maakten een stop in Wissota Park aan Lake Wissota, waar we een paar biertjes dronken, en gingen daarna weer terug naar Eau Claire.

woensdag 1 juni 2016

Vriendelijke, vrolijke, verrassende Renault Zoe

Zo af en toe type ik zomaar iets geks in Google. Deze keer was het "vriendelijke Zoe", want Zoe is immers de naam van onze kat. Totaal onverwacht zag ik een artikeltje over een Renault Zoe, een elektrische auto. (De kop bij deze post is dezelfde als de kop bij het artikeltje.) Het grappige was dat de adjectieven voor de auto eigenlijk ook best van toepassing zijn op onze kat! Zou het komen omdat we zowel onze huisdieren als vervoersmiddelen neigen te personifiëren?