Een van de dingen
die je opvallen hier in Wisconsin is dat er zo veel van hout is gemaakt.
Doordat zoveel van het grondgebied van de staat uit bos bestaat, is hout een
betrekkelijk goedkope grondstof. Eau Claire, en vele andere steden in
Wisconsin, begon als houtverwerkingsnederzetting. Dat was in de negentiende
eeuw. Rivieren vormden de infrastructuur, want wegen waren er nog amper. Waar
de Eau Claire rivier in de Chippewa rivier stroomde, ontstond Eau Claire. De
Chippewa werd omgeleid zodat een gedeelte daarvan een groot meer vormde, Dell’s
Pond. De stammen kwamen via de Chippewa rivier Eau Claire binnen. Dell’s Pond
diende als tijdelijke opslag. Hout werd dan gezaagd in de houtzagerijen, of
verwerkt tot papier in de papierfabriek. Hout en papier zijn nog steeds
belangrijk in de economie hier.
Woonhuizen zijn
veelal van hout, waarover dan vaak “siding” wordt aangebracht, een extra laag.
Soms kan die er uit zien als steen. Veel huizen zijn een enkele woonlaag met een
garage. Ons huis in Humbird is ook van hout, wij hebben geen siding. Een van de
voordelen van siding is dat je niet hoeft te verven. Ons huis, zoals overigens
veel andere hier, ziet er een beetje verveloos uit.
Bedrijfspanden en
kantoren daarentegen zijn meestal van steen of beton. Ook huureenheden zijn
over het algemeen niet van hout, misschien in verband met het brandgevaar.
De “lumber barons” (rijke houthandelaren) lieten enorm grote huizen bouwen. Niet alleen hadden ze veel geld, maar ook waren arbeid en materiaal goedkoop. Van die huizen staan er nog veel overeind in Eau Claire, vooral in en om State Street.
Het is erg kostbaar zo'n groot pand te onderhouden, zoals je ziet is het schilderwerk niet perfect. De goed onderhouden huizen zijn vaak wat kleiner.
Dit huis is bijna perfect onderhouden, maar zoals ik al zei, dat is een uitzondering. Je ziet hoeveel versieringen er in het hout zitten, en dat maakt het onderhoud bijzonder bewerkelijk. Maar de huizen zijn bijzonder aardig om te zien.